De Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP) probeert een oude strijd met de Nederlandse Academie voor Psychotherapie nieuw leven in te blazen. Daar worden allerlei onware argumenten voor gebruikt. In onderstaand artikel worden deze argumenten ontzenuwd. Oordeelt u zelf.
Datum: augustus 2023
Dat meer dan 20 jaar oude conflict, wat is dat precies?
De honden blaffen, maar de karavaan trekt voorbij.
Deze houding hebben we tot dusver ingenomen en we hebben afgelopen decennia onze tijd gestoken in een verdere doorontwikkeling van de Academie en de opleiders. Maar deze aantijgingen laten we natuurlijk niet zomaar passeren. Op dit moment beraden wij ons op (juridische) vervolgstappen. Dat kost tijd, dus daarom alvast een korte reactie.
Aantijging 1: ‘De Academie zou opleiden tot psychotherapeut en haar opleiders en (oud)studenten aanzetten tot titelmisbruik.’
Antwoord: incorrect
Wij communiceren iets geheel anders op onze website. Op verschillende pagina’s (zoals hier) geven wij aan onze (aankomende) studenten:
In Nederland is de titel ‘psychotherapeut’ een beschermde titel. Zie ook het BIG-register. Een Nederlandse ECP-houder mag zich dan ook GEEN psychotherapeut (of psychotherapist) noemen. Je wordt dan ook NIET geregistreerd in het BIG-register. Je mag je wel ‘ECP-therapeut’ noemen en een Praktijk voor Integratieve Counseling en Psychotherapie voeren.
En op onze webpagina Erkenningen:
‘We (de Academie) praten uiteraard ook over de registraties die we niet hebben. Onze opleidingen zijn niet erkend door de NVAO, dus we geven geen Bachelor of Master Degree af. De Nederlandse Academie voor Psychotherapie verstrekt dus geen hbo-diploma’s ondanks dat onze opleiding tot Integratieve Counselor van hetzelfde NLQF-niveau en omvang is als een hbo-opleiding (4 jaar, 240 EC, NLQF-6).’
En ook:
‘Hoewel je de hoogste Europese onderscheiding in de psychotherapie kunt behalen, betekent dit niet dat je in het Nederlandse BIG-register kan worden opgenomen. Dat blijft een landelijke, besloten register. Daarom zullen je cliënten alleen via de aanvullende verzekeringen een vergoeding voor jouw sessies kunnen krijgen.’
Aantijging 2: ‘De Nederlandse en Europese erkenningen zijn in Nederland niets waard’
Antwoord: incorrect.
Onze erkenningen hebben terdege een belangrijke sociaalmaatschappelijke waarde. Immers:
Aantijging 3: ‘Er bestaat niet zoiets als een Europese erkenning voor psychotherapie, en die gaat er ook niet komen.’ Dat certificaat is een ‘lege huls’ en de European Association for Psychotherapy is ‘een slager die zijn eigen vlees keurt’.
Antwoord: Incorrect.
De NVP-voorzitter Kirsten Hauber lijkt niet goed geïnformeerd. Hoe zit het wel:
In 1991 in Wenen heeft een groep van psychiaters, hoogleraren en psychotherapeuten de European Association for Psychotherapy EAP opgericht teneinde een Europese kwaliteitsstandaard (ECP, met ISO/IEC 17024 (2012).) in het leven te roepen voor het beroep van psychotherapeut. De Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP) was in die tijd benaderd om te participeren en de Nederlandse vertegenwoordiger te worden, maar dat werd door de NVP afgewezen omdat de EAP ruimere vooropleidingseisen stelde. De EAP heeft de Europese standaard voor psychotherapie vervolgens uitgewerkt in de vorm van opleidingseisen voor het beroep van psychotherapeut. Deze standaard is in veel Europese landen overgenomen.
De Nederlandse Academie is een door de EAP erkend opleidingsinstituut in psychotherapie en maakt daardoor deel uit van een psychotherapie-organisatie die meer dan 120.000 beroepsbeoefenaren, 128 psychotherapie-organisaties, 20 psychotherapie richtingen en 41 landen omvat. De opleiding tot het ECP is recentelijk door een land als Duitsland overgenomen als standaard voor de psychotherapeut. Het oude Duitse model, waar de vooropleidingseis van psycholoog heerste, is hiermee komen te vervallen. Lees meer.
Aantijging 4: ‘Allerlei onduidelijke therapeutische figuren geven valse voorlichting over hun titels en kunnen levensbedreigende schade toebrengen aan cliënten en dat komt allemaal door de Academie.’
Antwoord: Incorrect.
Het blijft onduidelijk wat de grondslag van deze gedachten is. Hoe groot en kwalitatief hoog een autorijschool ook is, het kan niet aansprakelijk worden gesteld in geval een automobilist daar zijn rijbewijs heeft behaald, vele jaren later een boete voor door rood licht rijden of een aanrijding heeft veroorzaakt. Daar is de gelukkig de wet voor, en in ons vakgebied de verschillende klachtencommissie en beroepsverenigingen om de cliënt bij te staan.
Aantijging 5: ‘Als studenten van de NAP horen dat het om een alternatieve opleiding gaat, zijn ze vaak heel geschokt’
Antwoord: Incorrect.
Deze uitspraak over onze studenten wordt nergens onderbouwd.
Maar zijn wij de ‘alternatieve Academie?’
Tot zover onze eerste weerlegging van de belangrijkste aantijgingen uit NVP-kringen. Wordt vervolgd.
Jan Rademaker
directeur